Duizend gebiedsverboden in Ede op 26 maart 2011
Tijdens een zitting op 12 mei op de rechtbank Arnhem vertelde de Officier van Justitie tussen neus en lippen door dat er 1.000 (duizend!) gebiedsverboden zijn uitgedeeld op 26 maart 2011 in Ede…
Twee mensen die zo’n gebiedsverbod kregen moesten voorkomen op 12 mei. Op 21 april werd door de kantonrechter overigens al iemand veroordeeld die op 26 maart in Ede niet kon voldoen aan de Wet op de Identificatieplicht. Deze persoon kreeg € 50 boete, bij niet-betaling te vervangen door een dag hechtenis.
De Arnhemse politierechter behandelde de zaken van de overtreding van de gebiedsverboden. Een van de personen beriep zich op de vrijheid van nieuwsgaring, hij wilde foto’s maken van een demonstratie van de Nederlandse Volks-Unie (NVU) en alles wat daaromheen gebeurde. Een uitspraak in een soortgelijke zaak van de Nationale Ombudsman stelde hem in het gelijk hierin. Dus hij wilde principieel en volkomen terecht zijn recht uitoefenen en negeerde het noodbevel. De politierechter veegde echter alles van tafel en veroordeelde hem tot € 250 boete.
De tweede persoon werd beschuldigd van het schoppen tegen een been van een agent, verzet bij aanhouding en het overtreden van het beruchte noodbevel. Inderdaad werd er een noodbevel uitgereikt, hoewel de tekst van het noodbevel ontbrak in het dossier van het Openbaar Ministerie. Daarover later meer. Wat gebeurde er die dag? Persoon liep in de richting van de neonazi-demonstratie en riep van grote afstand leuzen. Dat is het recht op vrijheid van meningsuiting waar hij gebruik van maakte. Dat noodbevel vond hij een grote inbreuk op dat recht. Voordat hij zich omdraaide om ergens anders heen te gaan zag hij een groep brede, kale mannen rennend op hem afkomen, ondertussen hun zwarte handschoenen aantrekkend. Zeer bedreigend dus, wegwezen! Een van de mannen kwam voor hem staan en duwde tegen zijn borst, waarop hij afweerde. Er ontstond een worsteling waarbij drie kleerkasten bovenop hem doken. Toen pas werd er geroepen “We gaan boeien aandoen” en “Wegwezen, politie”.
De rechter vond ook dat het procesverbaal, twee kantjes handgeschreven onduidelijke tekst, met in de kantlijn, “Ik riep dat ik van de politie was” een en ander onduidelijk beschreef. Maar de verdachte werd ‘gecompartimenteerd’, zoveel was duidelijk. De advocaat van de verdachte liet weten dat dat geen bevoegdheid is ingevolge strafvordering en evenmin in de Politiewet staat. Waar gaat dit over?
Er wordt, door verdachte, een filmpje vertoond in de zittingszaal; de arrestatie. Met geluid. Nergens is te horen dat de brede kale mannen met zwarte handschoenen geen neonazi’s zijn, maar agenten. Ze identificeren zich niet. Ze duiken simpelweg bovenop de rug van verdachte en werken hem tegen de grond en boeien hem. Pas dan vinden ze het noodbevel. Dus op welke grond is verdachte nu aangehouden? Het blijkt nergens uit en blijft de hele zitting totaal onduidelijk.
Nu blijkt een van die kennelijke agenten een zeer been en schaafwonden te hebben opgelopen. Hij verklaart te hebben gevoeld dat hij werd geschopt. Hoe kan dat nou. Hoe kan hij nou hebben gevoeld wie hem schopte? Hij heeft het dus niet gezien. En hoe kunnen er meerdere schaafwonden ontstaan door één schop? Ja, een collega verklaard dat-ie het heeft gezien, in één zinnetje. Maar die zat inmiddels middenin die worsteling. Kortom, er is nergens sprake van opzet door verdachte, wat toch nodig is voor ‘mishandeling’. En voor mishandeling van een ambtenaar in functie moet je je er toch bewust van zijn dat het agenten waren; dat blijkt nergens uit. Verdachte vertrouwde het niet en hem is niet verteld dat het agenten waren.
En dan het noodbevel. Verdachte is op basis van Artikel 1 van het Noodbevel aangehouden. Waar is dat bevel? Hoe luidt de tekst? Wie heeft het uitgevaardigd? Wie heeft het mandaat om het ten uitvoer te leggen? Niemand, niks, want het noodbevel zat niet in het dossier van het Openbaar Ministerie. Dus de rechtbank, in dit geval de politierechter, kon niet controleren of de aanhouding van verdachte rechtmatig is geweest. Sterker nog, ze kon niet eens lezen wat de tekst was van dat noodbevel!
Een noodbevel kan. Dat is bekend. Maar het moet wel enige relatie hebben met de openbare orde, of de mogelijke verstoring daarvan. Dat bleek op de zitting nergens uit. Zoals we weten werd het noodbevel om 12 minuten over 10 ’s ochtends in Ede van kracht. Nog steeds is onbekend wat er toen aan de hand was?! De Officier van Justitie verklaarde vervolgens dat in een andere zaak het noodbevel wel in het dossier zat, dus dat was voldoende. Er zijn die dag 1.000 gebiedsverboden op basis van het noodbevel uitgedeeld, de onderliggende stukken daarvan doen niet terzake…
Iemand met gezond verstand zou denken; de politierechter, geconfronteerd met zo’n knullig dossier van het OM, een film die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat en een betoog wat erop neerkomt dat een burgemeester niet zomaar willekeurig, op basis van uiterlijk of anderszins, mensen in hun bewegingsvrijheid mag beperken, dat zij denkt, hier neem ik even de tijd voor, om alles nog eens goed na te kijken. Maar nee. Direct uitspraak; € 500 boete, waarvan € 250 voorwaardelijk, een proeftijd van maar liefst twee jaar en de toevoeging van zowel de OvJ als de politierechter dat-ie toch maar beter niet meer naar zulke demonstraties kon gaan en dat-ie nu wist dat als-ie een noodbevel kreeg uitgereikt dat-ie zich daar aan zou moeten houden. Wordt vervolgd bij het Hof…
Laat ze niet lopen